Sinds 2008 heeft de Partij voor de Dieren het ganstrekken te Grevenbicht ontdekt als een ogenschijnlijk eenvoudige prooi voor partijpolitieke doeleinden. Want laten we wel wezen. Het kan toch niet in ernst gaan om die éne, goedverzorgde gans die per jaar op humane wijze wordt gedood door een dierenarts voor de instandhouding van een zorgvuldig bij de tijd gebracht uniek stukje sociaal-cultureel erfgoed van internationale betekenis, hetgeen met passie gedragen wordt door een bewogen gemeenschap van 2500 weldenkende personen.
Toch ervaren de inwoners van Grevenbicht de discussie op zich niet ongegrond. Zij begrijpen heel goed dat mensen die een emotionele band met dieren wensen te onderhouden, het gebruik van een vooraf gedood dier als storend ervaren. Net zoals er mensen zijn die om dezelfde reden geen vlees wensen te eten of een vissenkom verafschuwen. Zij zullen ook een speenvarken aan het spit verafschuwen of een opgedirkte kalkoen op de kerstdis. Zoals er ook mensen zijn die met bomen praten en geen bloemen wensen te plukken. Maar helaas geldt dat respect niet wederzijds. Dierenemotionalisten blijken niet te kunnen aanvaarden dat in een pluriforme samenleving normen en waarden uiteen kunnen lopen. Dat mensen dus ook bereid zijn dieren te doden voor vermaak, om het even of dat vermaak nu bestaat uit stevige wandelschoenen, een lekkere os aan het spit, een warme bontjas, een fraai kunstwerk1) of een grandioos dorpsfeest waar duizenden mensen in gemeenschap van genieten.
Maar er is méér.
Lees hier over de leugens, halve waarheden en verdachtmakingen van de Partij voor de Dieren.